Studenten eisen extra uren, 26-01-2007 (A/NRC)

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 26 JAN. Scholieren en studenten protesteren vandaag tegen het ‘nieuwe leren’. In een petitie aan staatssecretaris Bruins (Onderwijs, VVD), die ze vanmiddag aanbieden in Den Haag, eisen ze meer lesuren en een betere begeleiding. Met die maatregelen hopen ze dat de kennisoverdracht in ere wordt hersteld.

Drie scholieren- en studentenorganisaties, uit het voortgezet onderwijs (LAKS), beroepsonderwijs (JOB) en hoger onderwijs (LSVb), hebben de petitie gezamenlijk ondertekend. Het probleem, aldus de organisaties, speelt van het vmbo tot hbo. De vereniging Beter Onderwijs Nederland verklaart “vierkant” achter de protestactie te staan.
           
Het nieuwe leren is een onderwijsvorm waarbij leerlingen en studenten zelf verantwoordelijk zijn voor de manier waarop ze lesstof tot zich nemen. Leraren geven minder klassikale uitleg dan vroeger, en treden meer op als coach die leerlingen begeleidt.

Volgens de studenten en scholieren is het nieuwe leren onder meer verantwoordelijke voor hun verslechterde taal- en rekencapaciteiten, waar media veel over schrijven: “Natuurlijk worden leerlingen minder goed in wiskunde als het aantal uren wiskunde halveert”, zeggen ze in de petitie.

De scholieren en studenten hopen dat de verantwoordelijke bewindspersonen ingrijpen. Tot nu toe heeft minister Van der Hoeven (Onderwijs, CDA) zich op het standpunt gesteld dat scholen zelf moeten weten hoe ze hun onderwijs inrichten.

Volgens bestuurslid Fieke Nobel van de Jongeren Organisatie (JOB) denken leraren op het mbo “dat ze geen les meer hoeven geven”. Sommige scholieren, zegt Nobel, krijgen maar vier uur per week les.

Irene van den Broek, voorzitter van studentenbond LSVb, noemt het “krom” dat het ministerie de verantwoordelijkheid bij de scholen legt. “Als het overal fout gaat, moet het ministerie ingrijpen.” [s. 1]

Ook de blondste leerlingen
Universiteiten beginnen ‘bijspijkercursussen’ voor studenten die niet kunnen spellen
[…] Vorig jaar april meldde de Inspectie van het Onderwijs al dat het Nederlandse leesonderwijs flinke steken laat vallen. Een kwart van alle leerlingen verlaat na groep 8 de basisschool met een leesniveau dat niet hoger is dan dat van groep 6. De Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) sloeg diezelfde maand alarm over het feit dat op steeds meer regionale opleidingscentra (ROC’s), scholen op mbo-niveau, de Nederlandse taal als vak wordt afgeschaft en onderdeel wordt van andere (praktijk)vakken. De SLO is bang dat de kwaliteit van de taalbeheersing daar onder lijdt.

En in mei van het vorig jaar concludeerde de Groningse hoogleraar onderwijskunde Greetje van der Werf dat sinds de invoering van de basisvorming (vijftien verplichte vakken) in 1993 het niveau van het onderwijs is gedaald. “De prestaties van de leerlingen, in ieder geval voor wiskunde en Nederlands, zijn lager, terwijl veel meer leerlingen in de hogere opleidingen terechtkomen en daar ook minder vaak blijven zitten. Dit betekent dat leerlingen soepeler beoordeeld worden.”

Bij eerstejaars student rechten Joost is het op de basisschool fout gegaan zegt hij. “Daar heb ik heel slecht Nederlands gehad, heel vluchtig, er werd amper aandacht aan besteed.” Dat hij uiteindelijk op zijn eindlijst op het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam een zesje haalde voor Nederlands, dankt hij aan de goede lessen Nederlands aldaar. “Zinnen ontleden, opstellen schrijven tot het je neus uitkwam”, zegt hij.

Iedereen van zijn oude basisschool is slecht in Nederlands, zegt Joost. Hij wil niet zeggen hoe de basisschool heet, omdat deze het taalonderwijs nu misschien heeft verbeterd. “Ik ben met een aantal van mijn oude klasgenoten op het Barlaeus beland. Als we daar een dictee hadden, scoorden wij altijd het laagst. Ik denk dat dat komt doordat de basis gammel is geweest. We deden wel veel aan toneelspelen, ook leuk hoor, en we hadden leuke projecten warmee we aan de slag gingen. Zo kan ik je bijvoorbeeld wel van alles over de aboriginals in Australië vertellen.”

Volgens het Cito (Centraal Instituut voor Toetsontwikkeling), dat landelijke toetsen voor basis- en voortgezet onderwijs maakt, is er de laatste tien jaar inderdaad minder aandacht voor spelling en grammatica op school. “Het taalonderwijs lijkt toch meer het accent te leggen op communicatieve vaardigheden van leerlingen”, zegt Frank van der Schoot, projectleider bij Cito. “Ze krijgen meer kringgesprekken en training in interactie. De effectiviteit van het spellingonderwijs laat in ieder geval te wensen over.”

“Scholieren krijgen steeds minder kennis overgedragen en daarvoor is helaas niets in de plaats gekomen”, zegt Vincent Icke, hoogleraar theoretische sterrenkunde aan de Universiteit van Leiden en bijzonder hoogleraar kosmologie aan de Universiteit van Amsterdam. “Het is een meetbaar feit dat de studenten die wij in het eerste jaar door het vwo aangeleverd krijgen, aanzienlijk minder weten dan hun voorgangers zo’n vijftien jaar geleden. Dat is iets dat ik van collega’s in alle takken van de wetenschap te horen krijg. Ik durf een eerstejaarstentamen van tien jaar geleden niet meer aan de huidige eerstejaars voor te leggen zonder voorafgaande oplapcursus.”

Op zichzelf is het “fantastisch” dat scholieren leren presteren en spreken in het openbaar, zegt Icke. “Het is buitengewoon nuttig om jezelf vooraf de vraag te stellen hoe je iets wilt gaan formuleren en om je aan kritiek van de groep bloot te stellen. Maar daaraan hoort wel iets vooraf te gaan. Namelijk dat je zélf een idee vormt, op basis van kennis die je krijgt overgedragen. En dat laatste gebeurt niet meer. Studenten kunnen inderdaad prima presenteren. Maar ze presenteren andermans bedenksels. Ik lees heel vaak werkstukken waarin een aantal clichézinnen achter elkaar staat. Ik weet niet wat ze er zelf mee willen zeggen.”

Maar voor we nu conclusies trekken, zegt Frank van de Schoot van Cito, het is niet bewezen dat het kennisniveau van scholieren is gedaald. Er zijn geen harde cijfers. Cito heeft wel onderzoek gedaan naar het niveau van taal en rekenen van basisschoolleerlingen aan het eind van groep 8. Maar het laatste afgeronde onderzoek betrof het tijdvak van 1988-1998. Het onderzoek over de laatste tien jaar gaat pas in 2008 van start. […]

Op de arbeidsmarkt begint het inmiddels op te vallen dat jonge mensen minder goed spellen. Uitzendorganisaties en headhuntersbureau Vedior Groep Nederland signaleert een “lichte daling van het taalniveau” bij aankomende werknemers, vooral hoger opgeleide jongeren, zegt woordvoerder Annemarie Muntz. Sollicitatiebrieven zijn slordiger geworden en er staan meer spelfouten in. Vooral bij de schrijftesten die worden afgenomen bij Vedior valt op dat het niveau is afgenomen. “Veel sollicitanten hebben moeite met het opstellen van een goed onderbouwd verhaal, het plaatsen van alinea’s in de juiste volgorde en met het formuleren van een voor de lezer pakkende, bondige inhoud”, zegt Mutz.

Taalcursussen zijn een gat in de markt. De Onderwijsraad signaleert in zijn rapport dat huiswerkbegeleidingsinstituten “als paddestoelen uit de grond schieten”. En trainingsbureaus zijn naarstig personeel aan het werven om de vraag naar taalcursussen aan te kunnen, zegt Jos Scheren, taaltrainer bij ITA Talencentrum Amsterdam. “De laatste drie jaar is de vraag naar taalles geëxplodeerd”, zegt hij. De grootste doelgroep: werknemers uit het bedrijfsleven die net promotie hebben gemaakt en die nu voor het eerst voorstellen moeten schrijven en die moeten presenteren. Ze komen vaak op aanraden van hun directe superieuren.” Een cursus kost ongeveer 2.500 euro.

“Vijftien jaar geleden begonnen we de cursus meteen met instructie voor het opbouwen van een helder betoog”, zegt Scheren. “Nu zijn we eerst bezig net d’s en t’s, met ’t kofschip en hoe je werkwoorden vervoegt. Veel deelnemers zeggen dat ze dyslectisch zijn. Maar ik denk dat het aan de vooropleiding ligt. Sommigen doen maar wat. Het is echt ongekend.”

“Jongeren doen het slechter dan ouderen”, zegt hoogleraar direct marketing Janny Hoekstra. “Ik heb de indruk dat de generaties van veertig jaar en ouder de taalregels er nog aardig ingestapt hebben gekregen, Bij de generaties beneden de 35 jaar bestaat een attitude van ‘laat maar waaien’. Dat vind ik zorgwekkend.” Waarom is het zo erg? Het stáát zo knullig, een tekst vol taalfouten, zegt ze. “Ik neem zo iemand niet serieus. En zijn boodschap ook niet.” “Onhelder formuleren is onhelder denken”, zegt Vincent Icke. […] [s. 41]

Boarne: NRC Handelsblad, 26-01-2007

Neiskrift FFU:
In tekst fol taalflaters (staveringsflaters en ynterferinsjes [hollanismen]) yn it Frysk stiet net minder stom as in tekst yn it Hollânsk mei flaters. Dêrom moatte wy foar it Frysk nea begjinne oan de ramp dy’t it ‘nije learen’ tewei brocht hat; it net heal, mar daliks goed dwaan. Dan is in protte ûnderwiis nedich yn stavering en grammatika (taalregels) en yn it skriuwen fan geef, ynterferinsjefrij Standertfrysk. Sok serieus ûnderwiis is wat de FFU neistribbet foar it Frysk.

Sjoch fierders by ‘Poadium 2006’: 30/31-12-2006, Ziehe: jongeren willen dat de school anders is dan hun ‘zelfwereld’; 30/31-12-2006, Nieuwe leren; 30-12-2006, Het onderwijs is ernstig verschraald; 07-12-2006, Het was het Nieuwe Leren in een notendop: ik weet wat jij niet weet, maar jij zoekt het zelf maar uit; Desimber 2006, Het gewone leren; 18-11-2006, Iederwijsscholen door de mangel; 07-11-2006, Het failliet van het nieuwe leren (Pier Bergsma) en foar mear oer de sekte-ideology fan it ‘Nije Learen’: 18-02-2006, Modieuze ideeën over leren ‘ongefundeerd’.

< Werom nei 'Aktueel 2007'