Plasterk: Dat aksint nimme jim my net kwea-ôf, 15-05-2007 (A-LC)

Manhaftig noemde Ronald Plasterk het Fries ooit in een column ‘heel gewoon Nederlands, fonetisch opgeschreven en met wat dialectuitspraak’. Daarmee oogstte hij kritiek, toen hij werd benoemd tot minister van onderwijs. Even manhaftig bediende hij zich gisteren in een toespraak van de tweede rijkstaal. Nu oogstte hij applaus.

Van onze verslaggever
LEEUWARDEN – Waarschuwende woorden had burgemeester Geert Dales van Leeuwarden vooraf voor Plasterk. Zeker toe de onderwijsminister in tv-programma ‘Buitenhof’ het Fries nog eens had afgeschilderd als een ‘mank taaltsje’, was deze provincie te klein geweest. Dales’ collega Johanneke Liemburg van Littenseradiel zou hebben gedreigd de minister te ‘bekûgeljen mei ljipaaien’, zei de burgemeester gisteren in ‘geef Frysk’- “leard by de Afûk” - tegen Plasterk bij zijn bezoek aan de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) in Leeuwarden.

Maar de minister bleek werk te hebben gemaakt van zijn Friese toespraak, waarmee hij zijn respect wilde tonen voor de taal en cultuur van Friesland, “Alderearst hertlik tank foar de útnoeging om jim skoalle hjir yn Fryslân besykje te meien.” Deze eerste zin oogstte meteen een warm applaus van de studenten en docenten in een volle CHN-zaal. Plasterk glimlachte dankbaar. Dat bleef hij veelvuldig doen.

Hard heeft hij geoefend, zei hij achteraf. Zijn toespraak was twee weken geleden vertaald door medewerkster Liefke Reitsma. Eerste oefeningen werden door zijn vrouw vooral herkend als een ‘poging tot Zuid-Afrikaans’. Daarom had hij de speech maar op een bandje laten inspreken, om op de uitspraak te kunnen oefenen. Vooral de ‘y’en ‘ij’ leidden tot meer verwarring dan hij had ingeschat.

Het resultaat klonk soms erg Duits, maar daar was Plasterk al lang blij mee: “De mensen waren erg vriendelijk.” “Dat ik de Fryske taal in waarm hert tadraach, en dat ik as minister de belangen dêrfan behertigje sil, docht ûnder mear bliken út it feit dat ik myn uterste bêst dien ha om jimme hjir yn it Frysk ta te sprekken. Net hielendal sûnder aksint, bin ik bang, mar dat nimme jimme my grif net kwea-ôf.” Dat bleek, door luide bijval uit de zaal.

Fries goedmakertje minister valt goed

LEEUWARDEN – Als columnist heeft Ronald Plasterk wel eens wat “nitelichs skreaun” over de Friese taal, erkende de minister van onderwijs gisteren in zijn Friese toespraak voor een volle zaal in de Christelijke Hogeschool Nederland (CHN) in Leeuwarden. Maar zijn ‘goedmakertje’ viel in goede aarde.

FNP-leider Johannnes Kramer, een van zijn sterkste criticasters, toonde zich achteraf tevreden. “No de kroanprins noch”, zei Kramer. Burgemeester Geert Dales van Leeuwarden had zijn oordeel vooraf al klaar. “Wy binne net gau tefreden”, zei hij. ‘It is in goed begjin om yn it ferline makke flaters wer goed te meitsjen.” Hij vroeg de minister om “in slompe jild” voor het onderwijs aan kinderen die meer moeite hebben met het Nederlands dan het Fries.

De minister was zelf trots op zijn Friese toepspraak. Maar hij erkende beter thuis te zijn in twee andere van de vier officiële talen in Nederland wel kent [?]: Nederlands, Fries, Papiamento en ook Engels als taal op Sint Maarten. Dat laatste wist niemand, en dat had de minister wel gedacht. Zo spreekt hij in ieder geval twee rijkstalen vloeiend, stelde hij tevreden [vast?].

En het Haagse, dat beheerst hij ook goed. Hij nodigde dan ook iedereen uit op [om] in Den Haag maar eens een toespraak in het ‘plaatselijk dialect’ te doen. “as stedsdialekt folle leger op de linguistyske prestiizjeledder [prestiizjeljedder], mar dêrom net minder ynteressant – en wis net minder dreech.”

Naast aandacht voor het Fries had Plasterk ook wel wat te vertellen over de staat van het onderwijs. Over de gevolgen van de schaalvergroting in enorme scholengemeenschappen, over de soms snelle en onzorgvuldige invoering van nieuwe onderwijsmethoden en over de rol van de leraren als ‘loopjongens’ van het management. Die zorgen heeft hij eerder uitgesproken.

Boarne: Leeuwarder Courant, 15-05-2007

Neiskrift FFU:
Sjoch ek by  ‘Poadium 2007’: Nieuwe onderwijsminister: Fries als taal een sprookje, 15-02-2007 (P-LC).

Dales freget oan de minister om “in slompe jild” “voor het onderwijs aan kinderen die meer moeite hebben met het Nederlands dan het Fries”. In tige ûngelokkige opmerking, dy’t past yn it ramt fan in ideology dy’t it praten fan Frysk as in efterstân sjocht. Hy kin him better drok meitsje om de efterstannen dy’t Hollânsktalige bern yn Fryslân hawwe as it giet om it praten en lêzen fan it Frysk. Dêr lizze de echte tekoarten.

Klik op:
LC- Plasterk: Nije foarmen fine…, 150507.jpg om de Fryske taspraak fan de minister op de CHN (15-05-2007) ‘Nije foarmen fine mei behâld fan it goede’ te iepenjen.

<< Werom nei 'Aktueel 2007'