‘Speels werken met meertalig onderwijs’, 27-09-2007 (A-LC)

LEEUWARDEN - Kinderen zijn al heel jong in staat om verschillende talen te leren. Dat geeft later veel voordelen. Maar vermoei leerlingen niet te vroeg met ingewikkelde regels van grammatica, stelde professor Kees de Bot gisteren in Leeuwarden tijdens een ‘taaldag’ van schoolbegeleidingsdienst Cedin.

Als het goed is, krijgen kinderen een taal goed onder de knie door ’m te gebruiken, fouten te maken en gaandeweg patronen te ontdekken. “Dat stadium van verwerven van taal moet zo lang mogelijk doorlopen”, stelde de taalwetenschapper van de Rijksuniversiteit Groningen.

De hoogleraar pleitte voor een levend gebruik van verschillende talen. Als voertaal in andere vakken bijvoorbeeld, zoals dat nu gebeurt op dertien drietalige scholen – Nederlands, Fries en Engels – in Friesland. Daar zijn de resultaten uitstekend, zo luidde de boodschap van Cedin tijdens deze bijeenkomst op de internationale dag van de talen.

De sleutel voor succes ligt niet in een wekelijks lesje in een andere taal, maar in een integrale plaats van de verschillende talen. Door het Fries een vaste middag te geven en de taal te gebruiken voor een les biologie, of aardrijkskunde in het Engels bijvoorbeeld. De taalvaardigheid verbetert door deze aanpak, ook in het Nederlands. Dat blijkt ook uit allerlei onderzoeken, aldus de Bot. Dit werkt door naar allerlei terreinen. Zo zijn de resultaten in rekenen bij meertalige kinderen over het algemeen ook opvallend goed.

De Bot haalde een onderzoek aan uit Luxemburg, waar kinderen op de basisschool Frans, Duits en Engels leren. “Duits en Engels doen ze met plezier, maar aan Frans hebben ze een hekel omdat het uitgaat van de oude formele manier van lesgeven.”

Als je het goed aanpakt, is drie talen op school volgens de hoogleraar helemaal niet te veel. “Kinderen hebben genoeg geheugencapaciteit.” Maar zorg dan wel dat een leerling goed kan herkennen op welke momenten hij welke taal moet gebruiken. De Bot: “Een kind praat tegen een ander kind anders dan tegen de leraar.”

Vooral het opbouwen van een ruime woordenschat is belangrijk. “Als oudere kinderen op den duur vragen gaan stellen over de geschreven taal, moet je daar natuurlijk op ingaan.” Maar wees ook dan zuinig met al die regels voor de grammatica, waarschuwde De Bot. “Want wie weet nog iets van al die Duitse naamvallen, die we vroeger geleerd hebben?” Niemand stak de vinger op.

Boarne: Leeuwarder Courant, 27-09-2007

<< Werom nei 'Aktueel 2007'