Groningse plattelandspeuters krijgen extra taalstimulans, 09-10-2007 (A-TR)

Van onze redactie onderwijs
AMSTERDAM - Kinderen op het Groningse platteland kampen veelal met taalachterstanden. Negen Oost-Groningse gemeenten gaan kinderen tussen de nul en vier jaar daarom extra ‘taalles’ geven.

Om achterstand in taalontwikkeling bij kinderen te voorkomen, is het belangrijk zo vroeg mogelijk te beginnen met ondersteuning. In het kader van voorschoolse educatie, één van de aandachtsgebieden van dit kabinet, gaan de gemeenten zorgen dat kinderen meer in aanraking komen met taal.

‘We zetten die peuters niet in de schoolbanken, hoor”, lacht Jan-Willem van de Kolk, wethouder onderwijs van Stadskanaal, een van de betrokken gemeenten. “Ik spreek liever van taalstimulering.”

Jonge kinderen moet vooral veel voorgelezen worden. Hier ligt een rol voor de jeugdgezondheidszorg en voor de consultatiebureaus. Zij moeten ouders op het belang van taal wijzen en mogelijk doorverwijzen naar de cursus over hoe ze taal bij kinderen kunnen stimuleren.

Ouders moeten bijvoorbeeld beter met hun kinderen communiceren. “Dat heeft niet zozeer te maken met dialect, wat vaak gedacht wordt, maar meer met taalarmoede. Er wordt letterlijk met weinig woorden gesproken”, zegt Van de Kolk. Als voorbeeld noemt hij de ontbijttafel, waar ouders naar het beleg wijzen en vragen: ‘die of die?’, in plaats van in een volzin vragen wat voor beleg een kind op zijn boterham wil.

Ook voor peuterspeelzalen is een grote rol weggelegd. Medewerkers worden bijgeschoold op het gebied van ontwikkeling en didactische werkvormen. Het doel is vooral liedjes zingen en taalspelletjes doen. Johan Bongers, directeur van Welkom – de stichting die peuterspeelzalen in Veendam, Pekela en Stadskanaal vertegenwoordigt – is enthousiast over het project. “Op de peuterspeelzaal zijn  kinderen de hele dag samen met taal bezig”, zegt Bongers.

Het project, met de naam ‘Spraakmakend’, gaat 1 januari van start.

Boarne: Trouw, 09-10-2007

<< Werom nei 'Aktueel 2007'