Goffe Jensma stapt over naar leerstoel Fries aan de Rijksuniversiteit Groningen, 15-07-2008 (A-FD)

ERIK BETTEN
[...]
Canon
Jensma is als secretaris en eindredacteur betrokken bij de commissie die de officiële canon van de Friese geschiedenis opstelt. Een project dat door de provincie is opgezet, en dat in de eerste plaats in het onderwijs een rol moet gaan spelen.

In 41 vensters (als verwijzing naar de elf steden en dertig grietenijen) komt de Friese geschiedenis in die canon aan bod. De keuze voor die 41 vensters is gemaakt na intensief overleg tussen de wetenschappers en onderwijsmensen die in de commissie zitten hebben.

“Tachtich, njoggentich persint wienen wy it allegear fuort oer iens”, zegt Jensma. De discussies ging dan ook over die overige procenten. Een canon pretendeert een overzicht te zijn van die historische kennis die iedereen moet beheersen. Eigenlijk klopt het dan niet dat daarover nog discussie gevoerd moet worden.

Jensma erkent dat daar een merkwaardige spanning in zit. Hij wijst erop dat je soms al wel eens kunt zijn over het onderwerp, maar dat je dan nog kunt twisten over de precieze aanpak. Zo was het duidelijk dat de naoorlogse kunst aan de orde moest komen, maar was vervolgens de vraag welke kunstenaar daarbij het best centraal kon staan: Ids Wiersma of Gerrit Benner? De ene avant-gardistisch, de andere meer een volksschilder. Wie het geworden is, verklapt Jensma niet.

Dat moet blijken op 11 november, als de canon wordt gepresenteerd in de vorm van een boek. Tegelijk wordt de website gelanceerd, en begint Omrop Fryslân met een serie clips, waarin elk venster aan bod komt.

Omissie
Uiteindelijk is het de bedoeling dat de Friese canon naast die van de Nederlandse geschiedenis een vaste plek verovert in het onderwijs, maar ook in musea. De Frie4se commissie heeft er rekening mee gehouden dat er al een Nederlandse canon ligt, die ook op school gebruikt moet worden. Sommige Friese vensters zijn een aanvulling op die andere canon, bijvoorbeeld in het geval van de terpen. “Dat dy net yn de canon [= kanon] fan Van Oostrom stean[e], fyn ik echt in omisje.” In het geval van bijvoorbeeld de emigratie van veel Friezen naar het buitenland, gaat het eerder om een aanvulling op een onderwerp dat ook al in de Nederlandse canon aan de orde komt.

In zijn  academisch werk geeft Jensma zijn creativiteit de ruimte, maar bij de vaststelling van de canon was er voor verrassingen vanzelfsprekend weinig plaatse. Hij lacht. “Dochs hie ik it wol aardich fûn om de stêd Grins as finster op te nimmen.”

Boarne: Friesch Dagblad, 15-07-2008, s. 11

FFU:Treflik dat dy Fryske kanon der aanst komt! Dat is mei te tankjen oan it jierrenlange krewearjen fan Sytze T. Hiemstra, de hjoeddeistige skriuwer fan de FFU. Sjoch foar syn aktiviteiten op dat mêd ek ús FFU-webstek: û.o  by ‘Brieven 2005/2006, útgien’, bygelyks: 03-06-2006 à Provinsje: Hoe fierder mei de Fryske kanon? Dêr binne ûnderskate oanklikmooglikheden. En sjoch ek ris by ‘Publikaasjes’.

<< Werom nei 'Aktueel 2008'